Waarom een lexicon?
Permacultuur heeft zijn eigen vocabulaire. Of u nu een beginner bent of al betrokken bij deze aanpak, het is nuttig om de belangrijke termen van natuurlijk tuinieren te kennen. Hier zijn 50 eenvoudige definities om uw begrip van het levende te verrijken.
A tot E
- Amendement: toevoeging van materiaal (compost, mest…) om de bodem te verrijken.
- Associatie van gewassen: het planten van groenten of planten die elkaar ten goede komen.
- Autofertiliteit: het vermogen van een bodem om zich natuurlijk te regenereren.
- BRF: Bois Raméal Fragmenté, takkensnippers gebruikt als mulch.
- Bed: verhoogde teelttechniek, vaak in permacultuur.
- Compost: organisch materiaal dat is afgebroken, gebruikt als natuurlijke meststof.
- Plantenbedekking: plant gebruikt om de bodem te bedekken en te beschermen tussen de gewassen.
- Permanent gewas: vaste planten of duurzame teeltsystemen.
F tot M
- Natuurlijke vruchtbaarheid: het vermogen van een bodem om planten te voeden zonder chemische toevoegingen.
- Bos-tuin: tuin gestructureerd in lagen geïnspireerd op een natuurlijk bos.
- Levende haag: haag samengesteld uit nuttige en nectarrijke planten.
- Humus: zwarte, vruchtbare organische laag van de bodem.
- Hulpinsecten: nuttige insecten die plagen reguleren (lieveheersbeestjes, zweefvliegen…).
- Lasagne (teelt in): opeenstapeling van organische lagen om een vruchtbare bed te creëren.
- Microfauna: wormen, springstaarten, mijten… essentieel voor het bodemleven.
- Mycorrhiza: schimmels die samenwerken met de wortels van planten en de opname van voedingsstoffen verbeteren.
N tot P
- Mulch: bodembedekking (hooi, bladeren, stro…) om de aarde te beschermen en te voeden.
- Permacultuur: duurzame en ethische teeltmethode, geïnspireerd op natuurlijke ecosystemen.
- Phacelia: nectarrijke groenbemester, zeer nuttig in de tuin.
- Compagnonplant: plant die gunstig is voor een andere (bescherming, bemesting, groei).
- Bestuivers: bijen, hommels, zweefvliegen… essentieel voor de voortplanting van planten.
- Veerkrachtige moestuin: autonome moestuin, weinig afhankelijk van buitenaf.
R tot Z
- Teeltrotatie: afwisseling van groenten om bodemuitputting en ziekten te voorkomen.
- Reproduceerbaar zaad: niet-hybride zaad dat geoogst en opnieuw geplant kan worden.
- Levende bodem: bodem rijk aan organismen, luchtig en natuurlijk gevoed.
- Laag: vegetatieniveau (bodembedekker, kruidachtig, struikachtig, boomachtig…)
- Planten synergie: natuurlijke samenwerking tussen planten in de tuin.
- Zone (0 tot 5): permacultuur ontwerp methode verdeeld volgens gebruik en frequentie van bezoek.
Conclusie
Dit evoluerende lexicon begeleidt u bij het begrijpen en toepassen van permacultuur. Te raadplegen door de seizoenen heen, te verrijken met uw ontdekkingen… en door te geven aan de tuiniers om u heen 🌱
📗 Ontdek ook: onze sets voor natuurlijk tuinieren en zacht vooruitgang boeken.
Een reactie achterlaten
Deze site wordt beschermd door hCaptcha en het privacybeleid en de servicevoorwaarden van hCaptcha zijn van toepassing.